A- en B-verklaring
Wanneer iemand overlijdt, komt er veel op u af. Naast emoties en afscheid nemen moet er ook veel geregeld worden. Eén van de eerste officiële stappen is dat een arts het overlijden vaststelt en twee verklaringen invult: de A-verklaring en de B-verklaring.
Deze documenten klinken misschien zakelijk, maar ze zijn onmisbaar om de uitvaart en de administratieve afhandeling goed te laten verlopen. In dit artikel leggen we op een begrijpelijke manier uit wat ze betekenen en wat u ermee moet doen.

Wat is de A-verklaring?
De A-verklaring wordt ook wel verklaring van overlijden genoemd. Dit document wordt ingevuld door de (huis)arts of de arts die het overlijden heeft geconstateerd. De A-verklaring bevat de persoonsgegevens van de overledene en bevestigt officieel dat iemand overleden is.
Met de A-verklaring kunt u naar de gemeente om het overlijden te laten registreren in de burgerlijke stand. De gemeente geeft vervolgens een overlijdensakte af.
Dit document heeft u nodig voor belangrijke zaken zoals:
- het regelen van de uitvaart (crematie of begrafenis);
- het stopzetten of overzetten van abonnementen en verzekeringen;
- het afhandelen van nalatenschap en bankzaken.
Zonder A-verklaring kan de gemeente geen overlijdensakte opstellen en kan een begrafenis of crematie niet plaatsvinden.
Wat is de B-verklaring?
De B-verklaring heet officieel het formulier voor doodsoorzaak en is bedoeld voor de overheid en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Hierin noteert de arts de medische doodsoorzaak en aanvullende gegevens over het overlijden.
Belangrijk: de B-verklaring is strikt vertrouwelijk. Nabestaanden krijgen deze verklaring niet te zien; hij wordt verzegeld en rechtstreeks door de arts of via de uitvaartondernemer naar de gemeente gestuurd. De informatie wordt gebruikt voor landelijke gezondheidsstatistieken, zodat inzichtelijk wordt waaraan mensen overlijden en hoe zorg verbeterd kan worden.
Waarom twee aparte verklaringen?
De overheid scheidt bewust persoonlijke gegevens en medische informatie:
- De A-verklaring is praktisch en wordt gebruikt om het overlijden officieel te registreren.
- De B-verklaring bevat medische details en blijft vertrouwelijk om de privacy van de overledene te beschermen.
Door deze scheiding kunnen nabestaanden de administratieve zaken regelen zonder gevoelige medische gegevens te hoeven inzien of delen.
Wie vult de verklaringen in?
Meestal is het de huisarts of een arts van het ziekenhuis die het overlijden vaststelt en de verklaringen invult. Overlijdt iemand thuis, dan komt vaak de eigen huisarts of een waarnemer langs. In een ziekenhuis of zorginstelling regelt de behandelend arts dit.
Wanneer een arts niet kan vaststellen dat iemand een natuurlijke dood is gestorven, wordt de politie en daarna een forensisch arts ingeschakeld. In zo’n situatie wordt er géén B-verklaring ingevuld voordat de officier van justitie toestemming geeft voor vrijgave van het lichaam.
Wat moet u als nabestaande doen?
Stap 1 – Arts bellen
Na het overlijden neemt u contact op met de (huis)arts of de dienstdoende arts. Die komt langs om het overlijden officieel vast te stellen en maakt de A- en B-verklaring op.
Stap 2 – Uitvaartondernemer inschakelen
Vaak regelt de uitvaartondernemer dat de A-verklaring bij de gemeente wordt ingeleverd. Als u het zelf doet, neemt u de A-verklaring mee naar het gemeentehuis om het overlijden te registreren.
Stap 3 – Gemeente registreert overlijden
De gemeente verwerkt de A-verklaring, ontvangt (meestal via de arts of ondernemer) de B-verklaring en geeft u een overlijdensakte.
Samengevat
De A-verklaring en B-verklaring zijn essentiële documenten na een overlijden. De A-verklaring is nodig voor de gemeente om een overlijdensakte uit te geven en de uitvaart mogelijk te maken.
De B-verklaring bevat medische informatie voor statistiek en volksgezondheid en blijft vertrouwelijk. Door te weten wat deze verklaringen betekenen en hoe u ze moet gebruiken, kunt u de eerste praktische stappen na een overlijden met meer rust zetten.
Veelgestelde vragen
Hoe snel moet de A-verklaring worden ingeleverd?
Meestal binnen zes werkdagen na het overlijden. Voor de uitvaart zelf geldt dat die normaal gesproken binnen zes werkdagen moet plaatsvinden, tenzij uitstel wordt aangevraagd.
Wat als de arts de doodsoorzaak niet kan vaststellen?
Dan wordt de gemeentelijk lijkschouwer en eventueel de politie ingeschakeld. In dat geval kan de uitvaart soms vertraging oplopen.
Mag ik de B-verklaring zelf inzien?
Nee, de B-verklaring is vertrouwelijk en wordt verzegeld naar de gemeente gestuurd. Wilt u later medische informatie opvragen, bijvoorbeeld voor erfelijke ziekten, dan kan dat via het medisch dossier bij de huisarts of specialist.